Podcast: Europa ís dichtbij! Over Europa en de IJmond

Brigitte was te gast bij Radio Beverwijk om meer te vertellen over haar weg naar het Europees Parlement als nummer drie van D66. De ‘echte Beverwijker’ kent haar natuurlijk wel door haar werk als wethouder. In dit radioprogramma licht ze het één en ander toe over haar weg naar de politiek, en uiteraard hoe ze haar campagne succesvol wil laten zijn om in Brussel te gaan werken.

Q: Je bent op vroege leeftijd de politiek ingerold. Je zat toen al bij D66?

A: Op de middelbare school vond ik alles buiten de les eigenlijk heel leuk. In verschillende raden zat ik om mijn steentje bij te dragen. Zo ook bij het schooltoneel. Toen ik mijn studie begon dacht ik: is dit het wel helemaal? Ik zat bij het Young Art Festival en we gingen een toneelstuk maken over de gemeenteraad. Een klucht eigenlijk. Maar mijn interesse ging meer uit naar de discussie in de gemeenteraad, en op aanraden van jongerenwerker en uitbater van Cultureel Café Camille José Schuyt ben ik mij gaan oriënteren op een politieke partij. Ik kwam uit bij D66.

Q: En die bestond hier de regio al?

A: In Beverwijk bestond er geen D66-afdeling. ‘Hier houdt het op’, dacht ik even. Maar samen met Robert Herder en andere D66-enthousiastelingen uit Beverwijk hadden we zoiets van: we gaan dit gewoon doen. Vijf maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 hadden we alles geregeld: een lijst en verkiezingsprogramma. Met 2 zetels kwamen wij de raad binnen. We werden als twee ‘jonkies’ heel hartelijk ontvangen door de gevestigde politici in Beverwijk.

Q: We zijn nu 14 jaar verder en bent inmiddels wethouder. Hoe bevalt dat en wat zijn de verschillen?

A: Raadslid ben je ook naast je werk, en houd je je meer bezig met de kaders. Als wethouder denk je echt: hoe gaan we het voor elkaar krijgen? Ik vind het heel leuk. Als wethouder ben je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig. Je hebt veel meer contact met mensen en zo kom je erachter hoeveel mensen iets kunnen bijdragen aan jouw stad. In het Europees Parlement zou ik meer naar de vertegenwoordigende rol toegaan. Maar volgens mij is het wel zo, dat je je daar meer focus op één of twee onderwerpen. En dan kan je er vrij hands on mee bezig zijn.

Q: Je hebt drie hoofonderwerpen: de drie ‘V’s’. Welke ‘V’s’ zijn dat?
A:
De drie onderwerpen waar ik echt mee aan de slag wil in Europa zijn vrede en veiligheid, het vergroenen van economie en vakmensen voorop. Als je het hebt over wat er de komende vijf jaar gaat spelen in Europa, is het: houden we het continent veilig? Het meest fascinerende aan Europa vind ik dat er nu al 80 jaar vrede heerst. Dit terwijl er daarvoor regelmatig oorlog was. Maar op dit moment staan de vrede en veiligheid echt onder druk. Zeker als je kijkt naar de retoriek van Putin. Maar ook binnen Europa zelf hebben wij een probleem: er komen partijen aan de macht die antidemocratisch zijn. Zie Hongarije. Waar de Europese liberale fractie voor staat is de liberale waarde van vrijheid.

Q: Hoe zij het voor je om Europa verenigd te houden, als er nationale partijen zijn die zich van het Europe idee afzetten?

A: Dat is een behoorlijke uitdaging. Volgens mij hebben we Europese samenwerking meer dan ooit nodig. Want het Westen is steeds minder bepalend in de wereld. Landen als China en India krijgen steeds meer (economische) macht. Als Nederland alleen daar tegenover staat gaan we het echt niet redden. Wij verdienen ons geld ook aan Europa. Als zelf Wilders niet meer hard durft te roepen dat we uit de EU moeten stappen, dan snapt de Nederlander ook heel goed dat we Europa keihard nodig hebben. We moeten dat constant uitdragen.

Q: Wat is jouw belangrijkste motivatie als wethouder om je met de vergroening (één van de V’s) van Tata Steel bezig te houden?

A: Toen de hele discussie over Tata losbarstte merkte ik dat er vooral naar de Provincie werd gekeken. Ik dacht juist: nee, de toekomst van Tata Steel gaat de hele toekomst van de IJmond bepalen. Als wethouder ben ik me er daarom, voor onze inwoners, tegenaan gaan bemoeien. Als regio hebben wij gezegd: ja, wij willen ons hard gaan maken voor groene staalproductie in de IJmond. Maar wel een fabriek waar je gezond naast kan wonen.

Q: Hoe denk jij als Europarlementariër Tata Steel groener te kunnen maken?

A: Tata Steel zelf is eigenlijk een motivatie van mij om die stap naar Europa te maken. Normen voor luchtkwaliteit worden bijvoorbeeld in Europa bepaald. Maar ook bijvoorbeeld hoeveel CO2-heffing er komt. Al dat soort belangrijk milieubeleid. Als wij in Nederland iets willen, wordt er gezegd: dat moeten we in Europa regelen. En Tata Steel zelf zegt dat eigenlijk ook: wij willen best aan alle strenge regels voldoen, maar laten we er dan wel voor zorgen dat die in heel Europa hetzelfde zijn. Zodat wij niet strenger of minder streng worden behandeld dan een andere staalfabriek. Dat vind ik nog te nuanceren, want het zou helemaal niet erg zijn als Nederland daarin vooroploopt.

Q: Veel bedrijven die innovatiever willen worden in Nederland klagen over financiering. Wil jij je daar ook hard voor gaan maken in Europa?

A: Zeker. Als IJmond hebben wij via een Just Transition Fund 60 miljoen euro subsidie gekregen. Daardoor kan er heel veel schone werkgelegenheid worden gemaakt. Een bedrijf als Stroom in IJmuiden die tot nu toe buizen maakte voor de olie- en gasindustrie, gaat nu buizen maken voor waterstof. Dat vraagt een hele andere techniek. Om dat te ontwikkelen hebben ze financiering nodig. Zo’n fonds vanuit Europa kan dus echt iets betekenen voor de regio.

Q: Volgens mij is jouw achtergrond in de IJmond heel belangrijk voor jou?

A: Absoluut. Het geeft zoveel kennis mee. Dit soort regio’s in Europa, zijn de plekken waar we echt die nieuwe economie maken. Die draait op hernieuwbare energie. Ik houd daarnaast ontzettend van de mentaliteit hier. Wij zijn wel een beetje het Rotterdam van Noord-Holland. In de IJmond kan je dingen doen doordat je niet geïnstitutionaliseerd bent. Er is zoveel mogelijk. In het bedrijfsleven en de kunst- en cultuursector. Je hebt hier het beste van twee werelden: je bent zo in de stad, maar kan ook genieten van de vele natuur.

Q: Jouw derde ‘V’ is vakmensen voorop. Kan je wat meer vertellen over jouw visie daarop?

A: Ik kwam erachter dat een MBO-diploma niet in heel Europa geldig is. Maar voor een HBO of WO certificaat geldt dit wel. Ik vond het eigenlijk heel gek dat we dit niet geregeld hebben. En veelzeggend. Ook dat we bijvoorbeeld veel te weinig mensen met een praktische opleiding in de politiek hebben. Als wethouder zie ik dat we in de belangrijkste sectoren vakmensen nodig hebben. Eén van de eerste dingen die ik wil aanpakken is dus dat diploma’s internationaal erkend worden. Van de MBO-studenten gaat minder dan tien procent naar het buitenland. Op die manier maken zij tijdens die levensfase ook geen kennis met Europa. Hier in de IJmond zitten wij ook te schreeuwen om technici. We hebben mensen nodig om zonnepanelen te installeren en warmtepompen aan te leggen. Vanuit de politiek is daar veel te weinig aandacht voor. Tijdens de Coronatijd waren het de beroepsgeschoolden die de maatschappij draaiende hielden. We gaan nu vrolijk verder waar we gebleven waren. Terwijl er echt iets moet gebeuren.

Q: In hoeverre zal jij je als Europarlementariër bezighouden met de energietransitie?

A: Dat is één van mijn grootste missies. In 2040 willen wij klimaat neutraal zijn, als het aan D66 ligt. En in 2050 willen wij een hele circulaire economie hebben. We moeten het echt zien als een kans voor de economie die veel gezonder wordt. Bij het maken van producten, moeten we er rekening mee gaan houden wat de effecten zullen zijn voor de aarde. We moeten echt die slag maken. Het is denk ik de grootste uitdaging van Europa naast de vrede behouden. We moeten daarnaast zelfvoorzienend worden, zodat we niet afhankelijk worden van bijvoorbeeld China als het gaat om zonnepanelen en elektrische auto’s. Wij moeten als Europa laten zien dat het kan op een groene manier. Zodat die vlek zich ook over de rest van de wereld gaat verspreiden.

Q: Hoe ga je ervoor zorgen dat veel jongen mensen zich bewust worden van jouw ideeën, en dus op jou gaan stemmen?

A: Jonge mensen begrijpen wel heel goed dat ze niet opgroeien in een wereld, die vanzelfsprekend hetzelfde blijft. Sommige generaties vinden dat juist wel veel meer vanzelfsprekend. Die stellen: ach, het zal zo’n vaart niet lopen. Ik hoop vooral dat de jonge generatie komt. Wij als D66 willen ook dat de stemleeftijd omlaag gaat naar 16 jaar. Dan heb je ook op school nog veel meer aanleiding ervoor om het over politiek te hebben. Juist dan heb je ook de gelegenheid om zaken als desinformatie aan de kaak te stellen.

Q: Als je wordt verkozen, ben je dan ‘verloren’ voor de IJmond?
A:
De IJmond laat ik sowieso noot meer los. En als Europarlementariër is het zo dat je van maandag tot en met donderdag in Brussel of Straatsburg aan het werk bent, maar het is ook de bedoeling dat je weer naar huis gaat om de problemen uit jouw eigen regio op te pakken. Ik zal zeker overleggen met de landelijke fractie van D66 in Den Haag. Maar ook weer naar onze regio om te kijken wat ik voor de IJmond kan doen. Ik blijf met veel plezier verbonden aan de IJmond. Ik denk ook dat ik in Brussel ook best wel wat voor de IJmond kan betekenen. Omdat het een regio is waar zoveel speelt, en wij zoveel kunnen beteken voor de energietransitie.

 

Previous
Previous

Wat kan de EU voor de IJmond betekenen? Én andersom

Next
Next

Brigitte brengt overtuigend het D66-verhaal over klimaatbeleid in Europa